Bespaar als KMO
met isolatie en ventilatie
Energievriendelijk werken begint bij isoleren
en ventileren. Tegenwoordig bestaan er tal van
premies voor milieuvriendelijke investeringen
met een aanzienlijk terugverdieneffect. Daarnaast
verbeter je het imago van je KMO. Wist je dat
betere isolatie in alle grote én kleine gebouwen
van Europa minder uitstoot oplevert dan het Verdrag
van Kyoto voorschrijft? Je KMO profileert zich
dus tegelijk als toekomstgericht en milieubewust.
Waarom isoleren?
Hoe beter men een gebouw isoleert, hoe minder
warmte het verliest langs het dak, de vloer, de
buitenmuren en ramen. Zo wordt er niet alleen
minder tocht en vocht aangevoerd, ook wanden en
vloeren voelen minder koud aan. Je moet het gebouw
dus minder verwarmen.
Niet alleen in de wintermaanden is isolatie nuttig.
In de zomer leveren ramen grote indirecte zonnewinsten
op, samen met het risico op oververhitting. Isoleren
betekent dus minder airconditioning, een echte
stroomslokop.
Ten slotte beperkt een goede isolatie condensatie
en schimmelvorming.
Luchtdicht (ver)bouwen
Heb je bouwplannen voor je KMO? Houd dan direct
rekening met een goede isolatie en zorg voor een
ononderbroken, luchtdichte isolatieschil. Als
de muurisolatie bijvoorbeeld niet overgaat in
de vloerisolatie, ontstaat er een koudebrug. Hierbij
is er sprake van plaatselijk warmteverlies dat
vochtproblemen voortbrengt en dus schimmelvorming
bevordert.
Ook bij een ouder gebouw kan je isolatiewerken
uitvoeren. Zo levert het isoleren van het dak
al heel wat winst op. Daarnaast zal een goede
kwaliteit van beglazing veel warmte binnen- én
tegenhouden.
Er zijn tal van technisch goedgekeurde isolatiematerialen:
minerale wol, polystyreen- of polyetheenschuim,
bouwvilt... Houd bij de keuze rekening met de
warmtegeleidingscoëfficiënt, de warmtedoorgangscoëfficiënt,
het vochtgedrag, de mechanische sterkte en stijfheid,
de vormvastheid, de chemische weerstand en het
brandgedrag.
Reglementeringen
De Vlaamse overheid stelt bepaalde minimumeisen
wat betreft de isolatie van gebouwen. De vroegere
Vlaamse isolatiereglementering bepaalde de minimale
isolatiedikte, maar je gaat best nog een stap
verder.
Vanaf 1 januari 2006 is de energieprestatieregelgeving
van kracht met eisen op het vlak van EnergiePrestatie
en Binnenklimaat (EPB):
- Thermische isolatie: maximum K45 en Umax voor
kantoren, maximum K55 of Umax voor industriële
gebouwen
- Energieprestatie: maximum E100 voor kantoren
- Binnenklimaat: minimale ventilatievoorzieningen
(niet residentieel) voor kantoren en industriële
gebouwen. Met deze maatregelen wil men het energieverbruik
beperken én de luchtkwaliteit waarborgen.
Dakisolatie
Heeft het gebouw een hellend dak? Afhankelijk
van het gebruik van de ruimte onder het dak, breng
je de isolatie aan in het dakschild of - gemakkelijker
én goedkoper - op de vloer. Ook een onderdak vormt
een goede bescherming tussen het isolatiemateriaal
en de dakbedekking; het houdt stof, tocht, sneeuw
en insijpelend water tegen. Bepaalde systemen
combineren isolatie en onderdak.
De meeste kantoorgebouwen hebben grote platte
daken die het hele jaar door blootgesteld worden
aan koude en warmte. Goed isoleren is hier de
boodschap. Je kan de isolatie aanbrengen aan de
binnenkant van het dak of aan de buitenkant, onder
de afdichting. Of je kan kiezen voor een groendak.
Voordelen van groendaken:
- Bieden een goede thermische isolatie.
- Dempen het geluid.
- Bieden een aangename, groene omgeving in plaats
van een grijze dakmassa.
- Absorberen regenwater.
- Beschermen de dakbedekking tegen UV-stralen
en hoge temperatuurschommelingen.
- De planten zuiveren de lucht.
Isolerend glas
Kies voor hoogrendementsbeglazing. Deze beglazing
isoleert vijf keer beter dan enkel glas en twee-
à driemaal zoveel als dubbel glas.
Hoogrendementsglas is opgebouwd uit een binnen-
en buitenblad in speciaal glas. Daarrond zit een
metalen kader gevuld met lucht of gas, afgewerkt
met een elastische waterdichte voeg. Voor een
optimaal resultaat moet men ook het schrijnwerk
rond de beglazing voldoende isoleren.
Speciaal voor grote oppervlakten in glas ontwierp
men zonnewerend hoogrendementsglas. Deze beglazing
heeft een speciale coating die de infraroodstraling
van de zon weerkaatst. Licht komt dus volop binnen,
terwijl het glas een deel van de warmte tegenhoudt.
Ventilatie voor een goede luchtkwaliteit
Goed geïsoleerde gebouwen hebben nood aan een
gecontroleerde ventilatie, hetzij de aanvoer van
verse lucht en de afvoer van vervuilde binnenlucht.
Hoe meer men ventileert, hoe beter de luchtkwaliteit.
Het mag echter niet te prijzig worden, vandaar
een stappenplan:
- Beperk de vervuilers: bacteriën, schimmels,
virussen, koolstofmonoxide, formaldehyde, vluchtige
organische stoffen...
- Bij volledige luchtbehandelingsystemen schaadt
de recirculatie van lucht de luchtkwaliteit.
Werk daarom enkel met verse lucht en splits
warmte- en koelsystemen van ventilatiesystemen
om de kosten te drukken.
- Spreek een minimale luchtkwaliteit af en een
maximale toegelaten concentratie van vervuilende
stoffen. Deze limiet bepaalt dan de nodige ventilatiedebieten.
Ventilatiesystemen
Je hebt de keuze uit:
- Volledig natuurlijke ventilatie via regelbare
openingen of -roosters die werken op basis van
druk- en temperatuurverschillen
- Volledig mechanische ventilatie waarbij ventilatoren
de aan- en afvoer verzorgen, in combinatie met
een kanalenstelsel met toevoer- en afvoermonden
- Gemengde systemen met een natuurlijke aanvoer
en mechanische afvoer, of vice versa
- Hybride systemen met natuurlijke ventilatie
indien mogelijk en voldoende, anders volgt een
mechanisch zetje
Energiezuinige ventilatoren en kanalen
Het langdurige energieverbruik van ventilatoren
kan oplopen.
Kies daarom voor:
- Hoogrendementsmotoren met low-loss motoren
- Gelijkstroommotoren met toerentalregeling
- Ventilatoren met achterwaarts gebogen schoepen
- Ventilatoren met directe aandrijving met platte
riemen in plaats van V-riemen
Het ventilatievermogen is afhankelijk van het
hele kanalennetwerk. Bespaar tot 20% op energieverliezen:
- Kies voor gladde kanalen met een ruime diameter
en gladde bochten. Zorg bij rechthoekige kanalen
zeker voor afrondingen in de bochten.
- Beperk drukverliezen in de leiding: vermijd
bochten, vernauwingen, flexibele verbindingen
enz. in het kanalennetwerk.
- Let op de weerstand (het drukverlies) van
luchtfilters en warmtewisselaars.
- Zorg voor luchtdichte kanalen en aansluitingen.
Vergeet daarbij het nodige onderhoud niet.
Energieterugwinning
Er bestaan ook mechanische ventilatiesystemen
met energieterugwinning. Een vereiste is dan wel
een luchtdicht kanalennetwerk. Tussen toevoer
en afvoer plaatst men een warmtewisselaar die
een deel van de afgevoerde warmte overdraagt op
de frisse toevoerlucht, voorverwarming als het
ware. Kruisstroomplatenwarmtewisselaars of tegenstroomwisselaars
behalen temperatuurrendementen van 60 tot 95%.
Regeneratieve warmtewisselaars doen het nog beter,
maar zijn er enkel voor grote installaties. De
verhoogde weerstand heeft wel invloed op het ventilatorvermogen.
Ventilatie regelen
Kies voor een variabel-debietsysteem in plaats
van een constant-debietsysteem. Je kan je mechanische
ventilatie op verschillende manieren regelen en
programmeren, met een tijdschakelaar of aanwezigheidsdetectie
met infraroodsensor bijvoorbeeld. De meest energiezuinige
oplossing is een regeling op basis van ingestelde
vervuilingsdempels voor de luchtkwaliteit. Je
stuurt de ventilatie dan naargelang de vervuilingsdrempels
die je hebt ingesteld.
Subsidies
Op de website Energiesparen
van de Vlaamse overheid vind je een overzicht
van subsidies voor bedrijven. Daarnaast bieden
ook intercommunales of netbeheerders premies aan
voor isolatiewerken. Er zijn natuurlijk wel een
aantal voorwaarden waaraan je moet voldoen, onder
meer de werken laten uitvoeren door een geregistreerd
aannemer.
We ronden dit artikel af met een laatste nuttige
wenk: laat een extern consultant een energiescreening
uitvoeren. Zo krijg je een duidelijk beeld van
het energieverbruik en de knelpunten van de KMO.
Hierna kan je een prioriteitenlijst opstellen
en een actieplan uitwerken.
|