Wat is bliksem?
Bliksem is een grote vonk die in de atmosfeer optreedt tijdens onweer.
De bliksem is één van de gevaarlijkste weersverschijnselen. Het is dan ook raadzaam om bescherming te zoeken, zeker wanneer het onweer nabij is en de tijd tussen bliksem en donder minder dan 10 seconden bedraagt. Het gevaar om persoonlijk door de bliksem getroffen te worden is relatief gering, maar de gevolgen kunnen ernstig zijn. Gemiddeld worden in België enkele mensen per jaar dodelijk door de bliksem getroffen.
Ontstaan van bliksem Bliksem ontstaat door de verdeling van elektrische lading over een onweerswolk. Wat betreft de processen, die grote delen van de wolk een afwijkende lading kunnen geven zijn er wel 10 theorieën. De ladingsverdeling hoeft op zichzelf nog niet tot het ontstaan van plotselinge ontladingen, de bliksems, te leiden. Er zijn vele lekstromen, die de ontstane ladingsverschuiving tegenwerken, zodat bliksems niet strikt noodzakelijk zijn. Evenmin is zonder meer duidelijk, waarom een ontlading tussen de onderzijde van de wolk en de grond zou optreden, dat wil zeggen de blikseminslag. Wat dit laatste betreft moeten we bedenken, dat de aarde een goede geleider is en dat gelijknamige elektrische ladingen elkaar afstoten. Onder de wolk worden dus elektronen in de aardkorst verdreven, zodat de aarde plaatselijk een positieve lading krijgt. Onder de wolk heerst daarom een sterk veld, dat omhoog gericht is. De elektrische spanning in dat veld is echter 100 à 1000 keer te klein om vonken te laten overslaan. De doorslagspanning van lucht is namelijk niet minder dan 3 miljoen volt per meter!
Dankzij de onregelmatige verdeling van de ladingen in de wolk kan plaatselijk wel enige vonkvorming optreden. Hierdoor vindt dan ionisatie plaats en neemt de geleiding sterk toe. De hoogste potentiaalverschillen verplaatsen zich daardoor naar de tip van het geleidende kanaal. Daar vormen zich weer vonken en herhaalt zich het proces. Deze kettingreactie leidt dus tot een zichzelf voortplantend geleidend kanaal, de zogenaamde voorontlading. Overigens heeft dit 'kanaal' een doorsnede van slechts enkele centimeters. De voorontlading groeit zo stootsgewijs in stappen van enkele tientallen meters in de richting van de grootste spanningsverschillen. Soms treden bij dit groeien vertakkingen op.
Een echt grote stroom loopt er nog niet: de (negatieve) lading schuift af en toe iets verder op in het geleidende kanaal, waarbij dat kanaal telkens iets oplicht. De daalsnelheid van de voorontlading is 'slechts' zo'n 1500 kilometer per seconde.
Eén of meer takken van de voorontlading kunnen dicht bij de grond komen, bijvoorbeeld op 100 meter hoogte. Het kanaal heeft dan ongeveer de elektrische spanning van de wolk en de veldsterkte (volt per meter hoogteverschil) boven de grond loopt dus enorm op. Met name boven spitse punten is er dan geen sprake meer van rustige ionisatie gepaard gaande met Sint Elmsvuur, maar eerder van krachtige vonkvorming, die zich in de richting van het naderende voorontladingskanaal spoedt. Men noemt dit om begrijpelijke redenen de vangontlading.
Als de vangontlading contact maakt is er een soort kortsluiting ontstaan tussen de ladingscentra in wolk en aarde. Te beginnen bij het contactpunt gaan elektronen dan in grote aantallen sneller bewegen. Even later vult deze sterke stroom het hele kanaal. Men noemt dit de hoofdontlading of soms ook wel de 'terugslag'. Dit verschijnsel, dat met hevig oplichten gepaard gaat, verplaatst zich met ca. 100,000 km/sec van de aarde naar de wolk. In het hier geschetste voorbeeld lopen de elektronen omlaag en in ons spraakgebruik wordt dan de stroomrichting omhoog gerekend. De elektrische stroom loopt immers van plus naar min.
Dit is nog niet alles. Als de bliksem uitdooft omdat alle bereikbare lading verplaatst is, vindt er een snelle herverdeling van lading in de wolk plaatst. Het kanaal wordt dan vaak opnieuw gebruikt, allereerst door een nieuwe, snelle -nu onvertakte- voorontlading, en vervolgens door een nieuwe opwaartse hoofdontlading. Niet zelden herhaalt zich dit alles enkele malen. Wat wij dus als een bliksem waarnemen, bestaat dus vaak uit een aantal zogenaamde 'deelbliksems'.
Veiligheidsadviezen Onweersbuien kondigen zich meestal luid en duidelijk aan en ook in de weersverwachting wordt de kans op onweer aangegeven. Bij naderend onweer kunt u het best naar binnen gaan en de ramen gesloten houden. Veilig is ook een afgesloten auto of metalen caravan, omdat bij een blikseminslag de lading direct wordt afgevoerd. De restlading die op de auto achterblijft is zo gering dat u na een inslag niet tegen een paaltje hoeft te rijden. Wacht echter met uitstappen tot het onweer voorbij is.
Het licht van de bliksem is bijzonder fel en een nabije inslag kan u verblinden. Automobilisten moeten behalve op windstoten en zware regen ook daarop bedacht zijn. In huis kunt u beter niet te dicht bij het raam staan. Bij een (nabije) blikseminslag zal de elektrische stroom zich een weg banen langs leidingen en daarom is het, om schade aan apparatuur te beperken, aan te raden tijdig stekkers uit de antenne-aansluitingen te halen en de telefoonaansluiting los te koppelen van de computer. Tijdens onweer kunt u, zeker als uw huis niet beveiligd is tegen de bliksem, ook beter geen bad of douche nemen en kranen, radiatoren en wasmachines niet aanraken. Wie buitenshuis overvallen wordt door het onweer en geen goede schuilplaats vindt kan zich het best zo klein mogelijk maken door op de hurken te zitten. Houd daarbij de voeten tegen elkaar, zodat de stroom niet door uw lichaam kan lopen. Schuil nooit onder een alleenstaande boom, langs een bosrand of in de buurt van een metalen afrastering.
Bij naderend onweer kunt u meren, vaarten en de zee, ook vanwege plotselinge windstoten, het best verlaten: zwemmen, surfen en varen is dan levensgevaarlijk. Alleen boten met een afgesloten metalen hut zijn binnen veilig. Ook in een tent loopt u groter risico dan binnenshuis vooral als de tent het hoogste punt in de omgeving is. Plaats de tent echter niet onder een alleenstaande boom, bij een metalen hek of lichtpalen. Ook bij een inslag dicht in de buurt kunt u verwondingen oplopen en beter is het om vóór een flink onweer een schuilplaats te zoeken binnen, in een auto of een metalen caravan.
Het hoogste punt Bliksem zal bij voorkeur inslaan in hoge gebouwen of hoge bomen. Als eerste reden kan daarvoor genoemd worden dat de weglengte korter is, dus de veldsterkte groter; als tweede zijn deze punten vaak spits, en versterken daardoor nog het veld. Veel hoge gebouwen zijn voorzien van bliksemafleiders om schade te voorkomen.
In een woestijn treedt het omgekeerde effect op: wanneer het onweert in de zandwoestijn zal een blikseminslag het laagste punt opzoeken. Het zand is namelijk een zeer goede isolator, en de bliksem zal dus het punt opzoeken waar zo min mogelijk zand hoeft te worden doorkruist om bij het grondwater te komen. In een zandwoestijn kan men daardoor in de dalen zeldzame glazen bliksemschichten vinden daar waar de stroom van een bliksem door het zand is gegaan.
|